Geachte mevrouw de voorzitter, er moet me als rechtschapen burger iets van het hart. Het kan namelijk niet zo zijn dat wij als rechtschapen burger telkens weer zitten te kijken en te luisteren naar duur betaalde Kamerleden die maar te pas en te onpas mogen roepen wat ze willen, er daar vervolgens geen straf voor krijgen. Wij krijgen minimaal een belediging van een ambtenaar in functie als bon, terwijl er bij u in de Kamer voorzitter, dingen gezegd worden waarvoor wij burgers ons zeer diep schamen. Tevens schamen wij ons als rechtschapen burgers voor de manier van omgaan met elkaar bij u in de Kamer. Is het dan mevrouw de voorzitter, helemaal niet mogelijk dat u zich laat voorstaan op uw recht als voorzitter? Kunt u dan helemaal niets doen aan deze manier van omgaan met elkaar? Het kan toch niet zo zijn dat er in uw Kamer dingen gebeuren die in het dagelijks leven niet kunnen? Of is uw Kamer een afspiegeling geworden van de huidige maatschappij? Zijn er daarom zoveel partijen? Mevrouw d